Herkomst

Ze behoren tot de familie van de cichliden (Cichlidae). Ze zijn afkomstig van Midden-Amerika, vooral El Salvador, Guatemala en Honduras.
Ze leven vooral in ondiep water van beekjes, kleinere stromen, maar ook grote rivieren.
Hun habitat bestaat er vooral uit rotsen en takken die voor vele verstopplaatsen zorgen.

Afmetingen

De mannetjes worden gemiddeld zo’n 12 tot 16cm lang, de vrouwtjes zo’n 9 tot 12cm.

Uiterlijk

Ze hebben een blauwgrijze grondkleur met daarover zwarte dwarsbanden, vandaar hun naam.

Geslachtsonderscheid

De mannetjes hebben langere, meer puntige vinnen en de vrouwtjes kortere, meer afgeronde vinnen.
De vrouwtjes hebben een oranjerood kleuraccent op hun buik en een donkere vlek op hun rugvin.
En tenslotte hebben de volwassen mannetjes een lichte bultvorming op hun kop

Kleuren

Door selectieve kweek zijn er ondertussen ook al gouden en albino varianten ontstaan.

Aquarium

Het zijn territoriale vissen, die liefst per koppel worden gehouden.
Ze kunnen enkel gecombineerd worden met andere cichlide soorten, liefst meer stevige soorten.

Een aquarium van minimaal 180L of meer is aan te raden voor deze cichliden.
Voor de inrichting van het aquarium moeten vooral rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Als er echte planten in het aquarium gezet worden, zullen deze niet lang leven, enkel stevige planten zoals anubias en vallisneria gigantea zijn geschikt.

Het zijn actieve vissen, die veel vrije zwemruimte vragen in hun aquarium, gecombineerd met heel veel rotsen, takken en boomwortels om tussen te zwemmen en zich te kunnen verschuilen.
Zorg voor fijn grind of zand, waarin ze naar hartenlust kunnen graven. Tip: gebruik donker grind of rivierzand, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De ideale temperatuur ligt ergens tussen 22 en 25°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 6.0 tot maximaal 7.0, een GH van 3 tot 12° DH, een KH tussen 1 en 9° Dh, geen nitriet (NO2), geen ammoniak (NH3) en bijna geen nitraat (NO3 < 25mg/l).

Verzorging

Het houden van deze cichliden eist weinig ervaring, mits de juiste verzorging kunnen ze makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 20 à 25% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen.
Ze voelen zich het best in een ruim aquarium met een sterke filtering en enige stroming.
En voorzie zeker ook extra beluchting.

Kweken

Het kweken is heel eenvoudig. Zorg voor een koppeltje apart in een klein kweekaquarium of samen met andere vissen in een groter aquarium. Het vrouwtje zal haar eitjes liefst in een grotje, maar anders gewoon op een steen afzetten, het mannetjes zal vervolgens de eitjes bevruchten. Een gemiddeld nestje is zo’n 100 tot 150 eitjes, die na zo’n 3 dagen uitkomen.
Het vrouwtje zal het nest beschermen en het mannetje zal hun volledig territorium verdedigen. Zo’n 3 dagen na het uitkomen zullen de jongen beginnen vrij rondzwemmen, waarbij de ouders de jongen blijven beschermen en de school samenhouden.
De jongen eten onmiddellijk stofvoer, heel fijn vlokkenvoer en artemia-naupliën.

Voeding

In een aquarium zijn het makkelijke eters die niet kieskeurig zijn. Ze eten droogvoer (vlokken en granulaat) en er bestaan speciale granulaat- en pellet voedingen voor cichliden.
Geef ook regelmatig levend- of diepvriesvoer, zoals mysis, artemia, tubifex en vooral muggenlarven. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!

Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen.
Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 tot anderhalve minuut op krijgen.